Tel je zegeningen in tijden van corona. We wonen ruim, de meesten van ons, we hebben natuur om ons heen, de rivier die blijft stromen en voorbij gaat, alsof zij zeggen wil: ook dit gaat voorbij. Ook al zijn de dagen grijs, er is lucht om in te ademen.
Het doet ook goed hoe wij met heel de gemeente mee bewegen met de maatregelen tegen het virus, met wat mogelijk en vooral onmogelijk is. Het is niet makkelijk, dat is de ene kant, we gaan wel makkelijk mee met alle regels bijvoorbeeld bij het samen komen voor de dienst. Dat gaat gemoedelijk en we doen het samen. Als ik dat zo aanzie vanaf mijn plek in de kerk dan doet dat goed. Het versterkt het gevoel: we doen het met elkaar.
Er is veel onderling contact, kaarten, mail, telefoon. – Als u nu denkt: maar niet met mij: laat van u horen – We proberen contact met elkaar te houden en zo ontstaat door heel de gemeente een weefsel dat iedereen met iedereen verbindt. Een verbondenheid die verder reikt dan wij ieder op zich waar kunnen maken: het geheel is veel meer dan elk los deel. Ook al zien we elkaar veel minder en zijn de lijfelijke ontmoetingen veel schaarser: we horen bij elkaar. Laten we dat volhouden.
Deze tijd kan ons ook tot bezinning brengen, stil staan bij wat belangrijk is en wat minder. Allerzielen en de gedachtenisdienst komen er aan en nodigen ons uit tot herinneren van wie ons dierbaar zijn. Het maakt ons bewust van onze eigen eindigheid. Zoals de advent komt na het einde van het kerkelijk jaar, zo kijken wij een toekomst in voorbij onze eigen tijd. Voorbij de corona, voorbij aan onze dagen, een toekomst tegemoet die zich nu al aandient. “Zie:” zegt Hij, “ik ben al iets nieuws begonnen. Nu groeit het al, merk je het niet?” (Jes. 43, 19)
Ds. Roel Braakhuis
- Nieuws van de zondagsschool
- “De Toekomst van onze kerk” – Bijeenkomst kerkenraden Krimpenerwaard en classispredikant
Categories: Geen categorie
Goedendag,
We weten niet of we het hier mogen doen,maar we willen iedereen rond de kerk van Ammerstol bedanken voor de attentie bij ons 50 jarig huwelijk.
Vriendelijke groet,
Ab en Adri Noorlander