Als deze nieuwsbrief verschijnt, is het bijna Pasen. Rembrandt schilderde in 1638 een mooi Paasschilderij: De opgestane Here verschijnt aan Maria Magdalena. Het verwijst naar Johannes 20:15, waar Jezus door Maria gezien wordt als de tuinman (hovenier in de NBG 1951).
Opvallend aan dit schilderij is dat Jezus niet zelf de lichtbron is, zoals meestal bij Rembrandt het geval is. Het licht komt hier uit de verte, van de opkomende zon, het krachtige licht van de nieuwe morgen. Paaszon die opgaat over de aarde. Wellicht een verwijzing naar wat Johannes schrijft over de opstanding: Vroeg, op de eerste dag van de week… Het doet denken aan die andere eerste dag, de eerste dag van de schepping, toen alles begon. Zoals in dat prachtige lied: Dit is een morgen als ooit de eerste! En het is dit licht dat het gezicht van Maria net aan raakt. En zo herkent Maria, zwevend tussen hoop en vrees, de Heer en beseft ze dat het l(L)icht overwint, dat Jezus is opgestaan.
Rembrandt versterkt de link met het scheppingsverhaal door achter Christus en Maria een grote stevige boom te schilderen. Zoals in afbeeldingen over Adam en Eva vaak de boom van kennis van goed en kwaad staat afgebeeld, zo staat hier de boom van het leven. Toen Adam en Eva de hof uitgestuurd werden, kwamen er twee engelen om de hof bewaken. Rembrandt lijkt die twee engelen rechts van het schilderij af te beelden. Maar nu maken ze een omgekeerde beweging; ze laten zien hoe de levensboom weer te bereiken is. Dat is ook te zien aan de twee mensen linksonder, die wandelen in de tuin. Adam en Eva vluchtten voor God, verscholen zich. Maar nu kan de mens weer vrij wandelen.
Zo wordt de tuin van Arimatea een nieuwe tuin van Eden. Nieuwe hoop, nieuwe moed. Koude en kille harten worden warm door de nieuwe lente die met Christus’ opstanding aanbreekt. Ida Gerhardt dichtte er mooi over. De taal is wellicht wat ouderwets, maar de inhoud niet minder mooi:
Christus als Hovenier
Eén Rembrandt kende als kind ik goed:
de Christus met de grote hoed
wandelend in de ochtendstond.
En, naar erbij geschreven stond:
Hij was een hovenier.
En nòg laat ik mijn tranen gaan
als in de gaarde ik Hem zie staan,
en – wat terzijde – in stille schrik
die éne, die dacht als ik:
Het was de hovenier.
O kinderdroom van groen en goud –
géén die ontnam wat ik behoud.
De laatste hoven naderen schier
en ijler wordt de ochtend hier.
Hij is de hovenier.
Ik wens u goede en gezegende Paasdagen en dagen naar Pasen toe.
ds. Anne ter Schuur
Categories: Geen categorie