“Er was eens een vader die twee zonen had. Op een dag besloot de vader een schuur te bouwen. Toen het klaar was, mopperden de zoons: Wat een klein schuurtje! Je kunt er bijna niks inzetten en dan is het al vol. Maar de vader zei: Ik geef jullie 5 euro. Daarvoor moet je iets kopen waarmee je de hele schuur kunt vullen. Wedden dat het niet lukt? Eerst mocht de oudste zoon het proberen. Hij kocht voor 5 euro stro en sleepte alles naar de schuur. Maar de schuur was nog niet half vol. De tweede zoon had een beter idee: hij kocht voor 5 euro ballonnen. Toen hij ze allemaal opgeblazen had, was de schuur bijna vol, maar net niet helemaal. Toen kwam de vader. Hij had alleen een kaars bij zich en een klein doosje lucifers. ‘s Avonds zette hij de kaars in de schuur en stak hem aan. Het licht vulde de hele schuur…”
Een kleine kaars is al voldoende om een schuur te vullen, om het duister te doorbreken en het licht te laten worden. Licht in de nacht, dat zijn woorden die bij uitstek bij Kerst horen. In Lucas 1 staat: Omdat God zo veel van ons houdt, zal hij het hemelse licht naar ons sturen. Dat licht zal schijnen op iedereen die leeft in het donker, in de schaduw van de dood. Dat licht zal ons de weg wijzen naar vrede. Dit gebeurde niet spectaculair. Nee, het gebeurde heel klein, met een kind in een kribbe. Verteld aan gewone mensen als de herders, die bezig zijn met hun alledaagse werk.
Die herders hadden ook gewoon bij hun schapen in het veld kunnen blijven, het stralende licht kunnen negeren. Overgaan op de orde van de dag. Maar ze deden het niet, ze gingen meteen op weg. En ze vonden het kind in de kribbe, zagen het Licht en vertelden het verder.
Vele jaren later horen wij ook dit jaar weer over de geboorte van Christus. Ontvangen wij met Kerst het licht; God geeft Zijn wereld niet prijs aan de duisternis. Maar, tegelijkertijd, moeten wij dan misschien niet alleen maar wachten op dat licht. Kunnen wij, net als de herders, ook zelf in beweging komen. Op weg naar het kind in de kribbe. Op weg naar het licht. Op weg zoals we zijn, met onze zwakheden en onze onzekerheden. Omdat we weten dat met het kind in de kribbe de duisternis uiteindelijk zal verdwijnen, dwars door de nacht heen. Om zo dat licht, waarvan de herders getuigden, dat licht dat wij met Kerst weer zullen zien, te verspreiden. Jij in jouw klein hoekje en ik in het mijn. Want het hoeft niet per se groots. Een kleine kaars is al voldoende om het duister te doorbreken, om een schuur te vullen. Een kleine kaars maakt al een verschil van dag en nacht.
Jezus werd ruim 2000 jaar geboren in Bethlehem. Maar wordt Hij niet steeds opnieuw geboren als we Zijn licht laten stralen voor mensen in het donker, voor mensen in de nacht? Dat we zo het Kerstfeest met elkaar mogen vieren: Gloria in excelcis Deo.
ds. Anne ter Schuur
Categories: Geen categorie