Gemeente rond de kerk van Ammerstol

Het gezicht en de informatiebron van onze gemeente op het internet

Beleidsplan 2018 – 2022

Beleidsplan 2018 – 2022

Voorwoord

In het beleidsplan laten wij, de kerkenraad, de gedachte los dat wij zelf de toekomst van de gemeente kunnen beschrijven en daarmee vorm geven. Dat loslaten gaat nog steeds niet zonder slag of stoot. Daarnaast kent voor ons de gemeente rond de kerk van Ammerstol wel een middelpunt, maar geen grens. Dat heeft gevolgen niet alleen voor ons beleid, maar ook voor ons beeld van God en onze manier van geloven. In een paar zinnen heb ik als predikant, dat beeld en dat geloof proberen uit te drukken. Zij gaan nu het beleidsplan vooraf.

Van God is de toekomst, kome wat komt.

 

Van ons is het hier en nu.

 

Waar wij ons lot los laten, kan de ervaring binnen komen dat wij niet alleen zijn en vast worden gehouden.

Geloofsuitspraken en leerstellingen zijn geen grenzen, die bepalen wie wel en wie niet bij de kerk horen, maar richtingwijzers.

 

God is niet degene die het wel in orde maakt; ook niet degene die aanvult wat wij niet begrijpen of zinvol maakt wat voor ons zinloos is.

 

Met God houden wij het uit met wat onbegrijpelijk, tragisch, absurd en zinloos is.

 

Het besef van onze eigen eindigheid en de mogelijke eindigheid van de gemeente, breekt ons geloven open. God laat zijn aanwezigheid daarin ervaren zonder dat wij God ten volle leren kennen. God is groter.

 

Geloven is geen afgerond systeem waarin alles een plaats heeft en begrepen wordt.

 

God is niet alleen daar te vinden waar het ons goed gaat en wij gezegend zijn, maar juist daar waar het leven schuurt en pijn doet.

 

Niet omdat God pijn en lijden zou willen. Waar het leven slijt en dun wordt, wordt het ook doorschijnend.

 

Soms denken we aan de gemeente en zeggen: “wat doen we toch veel.” Al die inzet is een teken van de Geest die in ons leeft. Net als de ervaring hoezeer wij met elkaar verbonden zijn hoe goed het is om samen te zijn (psalm 133).

 

Beleidsplan 2018 – 2022

Onze gemeente vergrijst, dat wil zeggen dat de jongere generaties het stokje niet op dezelfde manier overnemen als de huidige generatie dat heeft gedaan. Het wordt onzeker aan wie wij de gemeente en alles dat daarbij hoort na zullen laten. Hoe gaan wij ons voorbereiden op wat wij nog niet kunnen overzien?

Tegelijkertijd zijn wij volop bezig in de gemeente en in de kerkenraad. En met veel enthousiasme. Er is genoeg te doen, wat wij vanuit ons geloof te doen vinden binnen onze kerk de wereld om ons heen. Er is inspiratie genoeg en het plezier om daarmee aan het werk te gaan. Daar gaan we mee door en in dit beleidsplan zetten wij op een rij wat dat allemaal is.

Dit zijn twee bewegingen die de dynamiek van ons beleid vormen: een onzekere toekomst die ons realistisch maakt, een bezield heden dat ons vertrouwen geeft, want deze bezieling is voor ons een gave van God. Wij gaan onze weg als gemeente niet alleen.

Wie ook onze erfgenaam zal zijn, zal makkelijker onze erfenis kunnen aanvaarden en beheren als die nalatenschap op orde is. Dat geldt allereerst voor alle materiële zaken. Daarom is het goed om de gebouwen, kerk en pastorie in goede staat te brengen en te houden. Ook de ledenadministratie en de financiële administratie willen wij , voor zover dat niet is, op orde brengen, net als het archief. Bij de kerkrentmeesters komen wij daar op terug.

De krimp van onze gemeente zet ons op een aloud spoor, dat kerk zijn altijd te midden van een samenleving geschiedt. Wat wij willen, willen anderen ook: een wereld die in vrede leeft, waarin mensen niet verloren lopen en mensen hun naam in waardigheid kunnen dragen. Dat richt onze blik naar buiten, op zoek naar bondgenoten die vanuit een andere inspiratie hetzelfde willen als wij. Als het gaat om de nood die mensen treft, komen wij daarop terug bij de diaconie.

Wij hebben ook een geestelijke erfenis door te geven, die zichtbaar wordt in onze manier van geloven, in de eredienst, in onze omgang met de Schrift. Ook die willen wij overdragen, maar wie zal de taal verstaan, waarin wij nu met elkaar spreken over en vanuit ons geloof? Zijn wij nog verstaan baar? Of hebben wij zo’n eigen binnentaal, dat degene die van buiten komt ons moeizaam kan verstaan? Hoe brengen wij onze taal van binnen naar buiten? Ook op deze vraag komen wij terug bij de ouderlingen.

Wij maken deel uit van de PKN en zijn zo verbonden met andere gemeenten. Wij zijn niet de enige gemeente die vooruit kijkt en denkt: hoe gaan wij op de lange duur verder. In de toekomst zullen wij elkaar nodig hebben. Om met elkaar op te kunnen trekken, moeten gemeenten elkaar leren vertrouwen en om elkaar te vertrouwen, moeten wij elkaar leren kennen en om elkaar te leren kennen zullen wij elkaar gaan ontmoeten. Ook op dit punt komen wij terug.

 

Beheer en administratie – De kerkrentmeesters

Als de leien op het dak van de kerk vervangen zijn, dan is het onderhoud van de buitenkant van de kerk bij de tijd gebracht. Het komende jaar werkt het college van kerkrentmeesters aan een meerjarig onderhoudsplan, zodat de kosten per jaar aan onderhoud gedegen begroot kunnen worden.

Daarnaast vraagt de inrichting van de kerk aandacht. Enerzijds omdat vloerbedekking en banken aan onderhoud toe zijn en anderzijds met het oog op het gebruik van de kerk in de toekomst. Het is wenselijk dat de kerk meer mogelijkheden krijgt om in te richten. Het nadenken daarover starten wij dit jaar.

De financiële administratie is op orde, maar kan verbeterd worden om meer inzicht te krijgen in hoe het geld binnen komt en hoe het weer wordt uitgegeven. Omdat contant geld in de verwerking veel kosten met zich meebrengt willen wij de jaarlijkse actie kerkbalans versterken in de hoop het aantal collectes in het jaar terug te brengen.

De ledenadministratie is een punt van zorg. Momenteel is het bijhouden daarvan op orde. Maar veel namen in de administratie van leden zijn ons niet of nauwelijks bekend. Daarom beginnen wij dit jaar met het opschonen van de ledenadministratie.

De pastorie kent achterstallig onderhoud. Nog dit jaar is begonnen met het vervangen van de boeiboorden en het schilderwerk buiten. Voor het onderhoud van de pastorie wordt alleen dat gedaan dat echt noodzakelijk is.

 

De diaconie

Het uitgangspunt en belangrijkste doelstelling van de diaconie is, dat wij ons werk doen voor iedereen in de kerkelijke gemeente en daarbuiten.
In toenemende mate merken wij dat wij onze omgeving steeds meer met vragen komt, om financiële ondersteuning of andersoortige hulpvragen. Zo leveren wij ook een bijdrage via Schuldhulpmaatje.

Bij al dit soort vragen hebben wij niet altijd een oplossing, wij proberen mensen te helpen door ze onder aandacht te brengen bij instanties, die daarvoor bedoeld zijn. Wel blijven we volgen wat er met de hulpvraag gedaan wordt, maar gaan niet op de stoel van de deskundige zitten.

Waar wij ook een verandering zien is dat wij steeds meer bij overleg betrokken worden die geconfronteerd worden met hulpvragen die betrekking hebben op de samenleving, zoals kan de kerk ondersteuning geven of willen jullie aandacht schenken aan.. .

Zo werken wij samen met omliggende kerken in de Stichting Urgente Noden (SUN) om aan acute nood tegemoet te kunnen komen. Met enkele PKN gemeenten in het project “schuldhulpmaatje”. Wie in Ammerstol hulp vraagt krijgt een maatje van elders en vanuit Ammerstol ondersteunen onze ‘maatjes’ mensen elders. En organiseren wij twee tot drie keer per jaar een diaconale lunch met mensen uit Ammerstol die net als wij begaan zijn met wat mensen dichtbij overkomt.

Wat feitelijk gewoon blijft zijn de functies bij de kerkdiensten, waarbij de diaconale taak duidelijk anders is dan van de ouderling. Samen met een groep vrijwilligers zorgen wij voor een kaartje ter ondersteuning en bezorgen wekelijks de bloemen van de zondag.

Nieuw is dat we samen met de SWOBV een kookclub gestart zijn voor mensen tot 55 jaar, die weinig tot geen contact hebben met hun omgeving.

 

Consistorie – de ouderlingen

De ouderlingen richten zich op het pastoraat in de gemeente. Het is al lang een wens om alle belijdende leden een keer te bezoeken. Daarvoor is het afgelopen jaar een pastorale groep opgericht, die inmiddels aan het werk is. Langzamerhand groeit de groep in haar rol als bezoekers namens de gemeente.

De consistorie houdt zich bezig met de eredienst. Over het algemeen zijn wij tevreden over de wijze waarop wij de eredienst vieren, maar wij blijven dat wel aandachtig volgen. Zo zal het komende jaar de tekst van de tafelgebeden tegen het licht worden gehouden of zij aanspreken en toegankelijk zijn. Een paar keer per jaar zijn er bijzondere diensten, zoals de startdienst, een peuterdienst, een top 2000 dienst of een alles is liefde dienst. Komend jaar staat naast de startdienst, een passiondienst met palmzondag op het programma. Bij rouwdiensten is er een ouderling van dienst aanwezig.

De ouders van dopelingen worden elk jaar een keer uitgenodigd voor een bijeenkomst of een bijzondere dienst. Zo hopen wij contact te houden met de doopouders, die soms ver weg wonen.

De ouderlingen, en met name de jeugdouderling houdt contact met de zondagsschool.

De jeugdouderling organiseert 1 x per maand het “eetcafé”. Jongelui van 12- 16 jaar komen dan bij elkaar in het Honk, maken met elkaar een maaltijd en eten dan gezamenlijk en praten bij over wat ze de afgelopen tijd hebben meegemaakt.

 

Predikant

In 2022 zal de predikant 67 jaar worden, hopelijk, en hij heeft dan de mogelijkheid om met emeritaat te gaan. Een jaar daarvoor zal daar uitsluitsel over moeten komen door samen te brengen wat de gemeente kan en wil en wat de predikant kan en wil.

In de komende jaren zal de predikant zich ook inzetten om de samenwerking tussen collega’s en gemeenten ruimte te geven en mogelijk te maken. Inmiddels is er een goed contact met de collega’s in Krimpen aan de Lek, Lekkerkerk, Berkenwoude, de ontmoetingskerk in Bergambacht, en Haastrecht. Sinds kort zit de predikant in de stuurgroep van Samenwerkende Gemeenten (SaGe) een pilotproject dat gesubsidieerd wordt vanuit de landelijke kerk. De stuurgroep wil voorjaar 2018 een kerkendag organiseren voor de ontmoeting van de gemeenten en kerkenraden in de Krimpenerwaard.

 

De kerkenraad

Er blijven ook de komende jaren een aantal aandachtspunten voor de hele kerkenraad, zoals het immer aanwezige agendapunt: nieuwe ambtsdragers.
De kerkenraad gaat ook verder met de vraag welke plaats de kerk heeft hier in Ammerstol. Hoe kan onze kerk een gebouw worden dat open staat voor anderen, bij concerten, een gezamenlijke lunch, burendag, maar ook voor een uitvaart, bij de dodenherdenking, als open achtergrond bij de kerstmarkt, koningsdag en de rommelmarkt.

Inmiddels is ook de website onder handen genomen. Aan de website wordt ook een digitale nieuwsbrief gekoppeld. Als de nieuwe website en nieuwsbrief blijken te functioneren, dan kunnen zij de plaats innemen van de Blijde Klanken. De website en de nieuwsbrief richten zich ook op degenen die meer van buitenaf in contact willen komen met onze gemeente. Dat stelt eisen aan de toegankelijkheid, ook inhoudelijk. Wat wij schrijven moet begrijpelijk zijn ook voor buitenstaanders.

 

Ammerstol, oktober2017.
De kerkenraad van de PKN gemeente rond de kerk van Ammerstol.

Tenslotte: missionair?

Op de gemeenteavond van 13 juni kwam de vraag op waarom wij ons niet ‘missionair’ noemen. Elk beleid in de kerk, zo niet kerken, krijgt de titel ‘missionair’. Heeft het die titel dan deugt het en anders niet. Het woord kwam op toen de krimp van de kerken doordrong tot het bewustzijn van de bestuurders in de kerken. Het antwoord op de uitstroom uit de kerk was de beweging van de kerk van binnen naar buiten. Maar dat dan wel bedacht met een gevoel van zelfbehoud: als de kerk zich naar buiten richt, komen mensen weer binnen. Er ontstaat een ‘als …, dan…’ denken. (Als wij de jongeren bereiken dan komen zij weer in de kerk en heeft de gemeente toekomst.) Dit denken legt een dubbele bodem onder het beleid van gemeente en kerk. De gemeente richt zich naar buiten, maar wil ook daardoor mensen weer binnen halen. Dat maakt de houding van kerk en gemeente dubbelzinnig. De gemeente is geïnteresseerd in de ander, maar wil ook iets van de ander. We willen tegelijkertijd de ander horen in zijn/haar verhaal en ondertussen ook ons eigen verhaal kwijt. Met dat dubbele verlangen worstelen alle gemeenten, ook die van ons. Wij willen ook zelf graag voortbestaan en het doet zeer om dat verlangen los te laten. Dat is een opgave die wij aan moeten gaan. Dat is niet makkelijk, maar nodig om in onze houding naar binnen en buiten oprecht en integer te zijn. Aan het woord ‘missionair’ kleeft teveel het verlangen om als kerk en gemeente te overleven. En daarom gebruiken wij het liever niet.