Dat de liefde niet wordt bemind, dat het goede geen goed wordt gedaan en het kwaad niet wordt bestreden, daar is de wereld vol van. Zo zijn wij mensen en dat gaat ook niet buiten ons om. Niet voor niets bidden wij God in Christus om vrede, omdat wij die vrede niet zelf kunnen maken en Christus’ vrede kan de wereld zelf niet geven. Daar hebben wij het mee te doen.
Hoe zit het dan met onze vrijheid? Wordt het ooit nog wat met ons? Een belangrijke toevoeging in het vorige gedeelte is: uit zichzelf. De mens, wij, bereikt het goede en gezegende leven niet uit zichzelf: niet door wie zij of hij is, niet door wat de mens wil, wat die kan of waar die naar verlangt. Niet zolang wij ons eigen middelpunt zijn en niet zolang wij denken dat het van ons afhangt.
Of van onze goede werken, om Luther weer aan het woord te laten.
Dat is de ontdekking van Luther: op de tegenstrijdigheid van ons leven, krijgen wij een paradoxaal antwoord, dat wij ook kennen uit het evangelie: wie zijn leven wil behouden zal het verliezen, wie het durft te verliezen in Jezus’ naam zal het vinden. Of om het in mijn woorden te zeggen: God heeft ons allang gevonden, nu is het aan ons om daarop te vertrouwen, wat er ook gebeurt. Wij zijn zo belangrijk dat God alles doet om ons te vinden. Dat maakt ons niet tot perfecte mensen, maar we hoeven ons zelf niet meer te bewijzen. We zijn, om Luthers beroemde uitspraak te citeren: tegelijkertijd rechtvaardig en zondaars. Heel ons tegenstrijdige leven wordt door God omarmd.
Daarmee zijn wij vrij van de dwang om vrij te zijn: d.w.z. van de dwang om uit onszelf telkens het goede en het kwade te onderscheiden en daarnaar te handelen.
Nu kunnen we dat doen vanuit een ander: in vertrouwen op God, in verbondenheid met Jezus Christus, bezield door de Geest die in ons bidt. Dat vraagt van ons dat wij ons daaraan durven te verliezen en dat is niet niks. In deze overgave vindt de christenmens de vrijheid. Dat is de weg die Luther gevonden heeft, eerst voor zichzelf en steeds meer voor anderen.
Dat houdt in dat wij ons middelpunt buiten ons zelf durven te leggen, dat wij niet onze eigen bron zijn, het zelf allemaal niet hebben bedacht, dat wij niet bepalen wie wij zijn, maar dat wij ons terug vinden in God. Waar wij naar toe op weg zijn, ligt buiten ons. Het is ons tegelijkertijd het meest nabij.
Hoe komt een mens er toe om van ganser harte en uit vrije wil te kiezen voor wat goed is en dat ook met vreugde te doen? Dat hoeven wij niet zelf te doen, dat wordt ons gegeven. Wat zal er gebeuren als wij daar op durven te vertrouwen?
God zegene u.
Ds. Roel Braakhuis
Categories: Geen categorie