Voorganger: ds Annie Vermeij, Boskoop
Welkom
De kaarsen worden aangestoken.
In stilte zoeken wij Gods aanwezigheid.
Allen gaan staan.
Groet en bemoediging
v. : De vrede van Christus is met u allen.
A.: Zijn vrede is ook met u.
v. : Onze hulp is in de naam van de Heer,
A.: die hemel en aarde heeft gemaakt.
Drempelgebed
v. : Goede God, wij verdwalen zo gauw.
Kom bij ons en neem ons bij de hand.
A.: Verras ons met uw woord vol toekomst
en omring ons met uw licht.
v. : Help ons onszelf niet te verstoppen,
maar met U mee te gaan op uw weg.
A.: Stel ons in de ruimte van uw liefde
en geef ons een nieuw begin. Amen.
Allen gaan zitten
Inleiding op de dienst
Gebed om ontferming
afgesloten met:
v. : Heer, ontferm u over ons,
A.: Heer, ontferm u over ons
v. : Christus, ontferm u over ons,
A.: Christus, ontferm u over ons
v. : Heer, ontferm u over ons,
A.: Heer, ontferm u over ons. Amen.
Gebed om de Heilige Geest bij de opening van de schrift
1e Lezing: Jesaja 65: 1 – 9
Al vragen zij niet naar mij, toch laat ik me raadplegen, en al zoeken ze mij niet, toch laat ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord ik: ‘Hier ben ik, hier ben ik.’ Heel de dag sta ik met uitgestoken handen tegenover een opstandig volk, dat op de verkeerde weg is en zijn eigen ingevingen volgt. Een volk dat mij openlijk tergt, telkens opnieuw. Ze ontsteken offers in tuinen en branden wierook op branders van aardewerk, ze zitten in graven en slapen op geheime plaatsen, ze eten vlees van zwijnen, hun vaatwerk is gevuld met onrein vleesnat. Ze zeggen: ‘Blijf waar u bent, kom niet dichterbij, want wij zijn te heilig voor u.’ Ze prikkelen mij als rook in mijn neus, ze zijn als een vuur dat de hele dag brandt.
Hier voor mij ligt wat er geschreven staat: ik zal niet rusten tot ik alles heb vergolden. Ik zal jullie je wandaden terugbetalen en die van je voorouders erbij – zegt de HEER: ‘Ook zij hebben wierook gebrand op de bergen en mij gehoond op de heuvels. Ik heb hun loon van tevoren bepaald, ze krijgen het allemaal terug.’ Dit zegt de HEER: ‘Zolang er sap is in een druiventros, zegt men: “Vernietig hem niet, er zit nog iets goeds in.”.’ Voor mijn dienaren zal ik hetzelfde doen, ik zal niet alles vernietigen. Uit Jakob zal ik nageslacht doen voortkomen, uit Juda een erfgenaam van mijn bergland;
mijn uitverkorenen zullen het land in bezit nemen, mijn dienaren zullen zich daar vestigen.
l. : Dit is het woord van de Heer.
A.: Wij danken God.
Evangelielezing: Lucas 8: 26 – 39
Ze voeren verder naar het gebied van de Gerasenen, dat tegenover Galilea ligt. Toen hij (Jezus) aan land stapte, kwam hem vanuit de stad een man tegemoet die door demonen bezeten was. Deze man droeg al geruime tijd geen kleren meer en woonde niet in een huis, maar in de rotsgraven. Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en riep luidkeels: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me geen pijn!’ Jezus stond namelijk op het punt de onreine geest te bevelen uit de man weg te gaan. Want die had hem al heel lang in zijn macht, en gewoonlijk werd de man voor de veiligheid aan handen en voeten geboeid, maar telkens trok hij de boeien kapot en werd hij door de demon naar eenzame plaatsen gedreven. Jezus vroeg hem: ‘Hoe heet je?’ Hij antwoordde: ‘Legioen’ – er woonden namelijk veel demonen in hem. Ze smeekten hem hun niet te bevelen naar de onderwereld te gaan. Op de berghelling liep op dat ogenblik een grote kudde varkens te grazen, en de demonen smeekten Jezus om hun toe te staan hun intrek in de varkens te nemen. Hij stond hun dat toe. Toen ze uit de man waren weggegaan, trokken ze in de varkens, waarop de kudde de steile helling afstormde, het meer in, en verdronk. Toen de varkenshoeders dat zagen, sloegen ze op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat er was gebeurd. Vele mensen gingen op weg om met eigen ogen te zien wat er was voorgevallen. Toen ze bij Jezus kwamen, troffen ze daar de man aan uit wie de demonen waren weggegaan. Hij zat aan Jezus’ voeten, gekleed en bij zijn volle verstand, en toen ze dat zagen, werden ze door schrik bevangen. Degenen die alles gezien hadden, vertelden hun hoe de bezetene was gered. En de hele mensenmenigte uit het gebied van de Gerasenen verzocht hem hen te verlaten, want angst en ontzetting hadden hen aangegrepen. Jezus stapte in de boot om terug te gaan. De man bij wie de demonen waren weggegaan, vroeg hem met aandrang bij hem te mogen blijven. Maar hij stuurde hem weg met de woorden: ‘Ga terug naar huis en vertel alles wat God voor u heeft gedaan.’ Hij ging weg en maakte overal in de stad bekend wat Jezus voor hem had gedaan.
l. : Lof zij U Christus.
A.: In eeuwigheid. Amen.
Orgelspel: Lied 313 (Een rijke schat van wijsheid)
Verkondiging
Orgelspel: Lied 886 (Abba, Vader)
Gedicht: Eenzaam maar niet alleen
Er is zovéél wat ik niet kan,
Hóe graag ik het zou willen.
In levenshonger, niet te stillen,
een zwakte dragend met élan.
‘k Zie mensen om mij heen bewegen,
zij doen hun werk en vaak nog méér.
‘k Heb op hun vragen geen verweer,
Hun onbegrip maakt mij verlegen.
Ik zit gevangen binnen grenzen
van zwakte en van eenzaamheid.
En níemand weet hóezeer ik lijd,
ik ben ongrijpbaar voor de mensen.
Maar God ziet daag’lijks in mijn hart,
Hij kent mijn nood, Hij stilt mijn smart!
Dank- en Voorbeden
Met als acclamatie:
A.: Heer, onze God, wij bidden U, verhoor ons
Stil gebed
“Onze Vader”
Wegzending en Zegen
A.: Amen
Orgelspel: Lied 423 (Nu we uiteengaan vragen wij God)
Er is één collecte bij de uitgang bestemd voor de kerkvoogdij én de diaconie.
Digitale collecte: U kunt ook thuis geld overmaken, zoals u dat gewend bent, op bankrekeningnr: NL96RABO03073123727 ovv “collecte”
Er is één collecte, deze zal naar verhouding van de in 2017 en 2018 ontvangen collectes voor diaconie en kerkvoogdij naar beide worden verdeeld. Alvast heel veel dank.
NB: bij een digitale collecte is het niet mogelijk collectebonnen te gebruiken.
Liederen: Liedboek (Zingen en bidden in huis en kerk)
Lezingen: Nieuwe Bijbelvertaling (NBG)
Categories: Geen categorie