Tijdens de paasnacht waren Willie Kok, Erna de Lange en ik in de kerk om de paaskaars aan te steken, te lezen, overwegen en bidden en vooral om alle kaarsen aan te steken, die daarna rond zijn gedeeld. Als ik daaraan terug denk, dan zie ik ons in een donkere kerk al die kaarsen aansteken en bij elke kaars denken aan iedereen die er niet was. Dat is een vreemde gewaarwording. Wij voelden ons heel erg verbonden met iedereen en heel dichtbij. En het volgende moment kijk je een lege kerk in en weet je weer: toch niet. Het was avond.
En het werd morgen, eerste paasdag, op het kerkplein lopen Esther en ik Ds. Chris Koole tegen het lijf, die net de dienst in de kerk heeft gedaan. Na elkaar gezegende paasdagen te hebben gewenst gaan wij verder om de kaarsen weg te brengen. Een stralende dag om een tasje aan de deur te hangen, aan te bellen, afstand bewaren en dan de verraste gezichten te zien van degene die open doet. Elkaar even horen, het beste te wensen, blij te zijn om elkaar te zien en af te spreken dat we de knuffel bewaren voor na de corona. Dat wordt wat als wij elkaar weer terug zien in de kerk.
Zo was het avond en werd het morgen, vanuit het donker naar het licht en vanuit de stille verbondenheid naar de sprekende ontmoeting. En God zag vast, dat het goed was.
Ds. Roel Braakhuis
Categories: Geen categorie