Carnaval staat voor de deur. Toch wel raar dat dat nooit echt gevierd is in ons dorp. Met carnaval worden de laatste restjes van de wintervoorraad opgemaakt en wat er nog over is van het loon dat op St. Maarten is uitbetaald wordt in bier omgezet. Het werk op het land begint immers weer. Nog even de broekriem aan voor de vastentijd en dan op weg naar Pasen, wanneer het nieuwe seizoen weer zijn eerste vruchten afwerpt.
En in strenge winters is dit de tijd waarin de diakonie zich in de schulden stak om steenkool en aardappelen uit te delen aan wie kou lijdt en honger. Dat doen we nog, maar nu met pakketten gespaard met zegels van de Plus. Een omslagpunt in het jaar: van de winterstilte en de schaarste naar werk dat weer wacht en de voorbereidingen op de oogst.
De vastentijd is een tijd om de schaarste te zoeken in onze tijd, die een tijd van voortdurend meer dan genoeg is. Want de schaarste leert ons weer opnieuw wat een zegen het is om meer dan genoeg te hebben. Zonder gemis is er ook geen ervaring van rijkdom en rijk zijn wij, meestal.
Vastentijd is de tijd om uit te zien naar de bloei en de rijkdom van het leven zelf. Pasen laat ons dat proeven: licht in de nacht, leven sterker dan de dood, opnieuw de eerste dag, waarop heel de schepping begint.
Ik ben bang dat we carnaval weer overslaan dit jaar, rest ons om de broekriem figuurlijk aan te trekken en uit te kijken naar wat komen gaat. Door de schaarste naar een feest: een rijkdom om van te dromen en gezegend mee te zijn.
Ds. Roel Braakhuis
Categories: Geen categorie